In zowat alle industrieën is er een bloeiende markt van alternatieve aanbieders van onderdelen of verbruiksmiddelen. Denk bijvoorbeeld maar aan de automobiel- of luchtvaartindustrie waar niet-originele vervangstukken prominent aanwezig zijn. Of dichter bij huis, het brede aanbod van alternatieve pads voor koffiemachines. Maar een van de uitzonderingen op deze regel is de printer industrie. Tot voor kort was deze markt bijna hermetisch afgesloten door de fabrikanten van printers en multifunctionals. De reden hiervoor was het businessmodel van deze partijen bij de commercialisering van hun apparatuur; het zogenaamde razor and blades model.
Waar komt deze naam vandaan?
Dit model heeft zijn naam te danken aan niemand minder dan meneer Gillette. Toen Gillette eind van de negentiende eeuw een manier zocht om zijn scheermesjes nog beter te verkopen, kwam uit zijn brein het briljante idee om het scheerapparaatje weg te geven en de scheermesjes te verkopen. Met succes: In 1910 was Gillette marktleider en multimiljonair. In de jaren daarna hebben verschillende fabrikanten het model dan ook gekopieerd: Adobe met het PDF-formaat en Sun met het Java-platform. Beiden hebben de basissoftware gratis weggegeven maar miljoenen dollars verdiend aan de zwaardere applicaties of licenties om hun technologie te gebruiken. Ook in de muziekindustrie vinden we een voorbeeld: In juli van 2007 gaf Prince 2,8 miljoen stuks van zijn meest recente album weg bij de Britse krant The Mail on Sunday. De krant betaalde wel 36 cent per cd voor de licentie, iets wat Prince toch een slordige 1 miljoen dollar opleverde. Vervolgens zorgde de stunt ook voor 21 volledige uitverkochte optredens in London met een geschatte opbrengst van meer dan 23 miljoen dollar.
Verschillende hindernissen
Door hun producten zwaar te patenteren creëren printerfabrikanten een eerste grote hindernis voor de concurrentie. Immers, op die manier wordt het onmogelijk om zonder de toestemming van de betrokken fabrikant een alternatief op de markt te brengen. Wie dat toch doet, hangt een zware boete boven het hoofd. Een verregaande versplintering in het productaanbod is een tweede hindernis: Door telkens nieuwe consumables uit te brengen voor kersverse printers of series van printers, maken de fabrikanten het uitermate moeilijk om op een economisch verantwoorde manier alternatieven op de markt te brengen. De derde hindernis waarmee de aanbieder van alternatieve supplies te maken krijgt is de chip in de cartridge. Deze gepatenteerde chip communiceert met de printer over o.a. de hoeveelheid inkt in de HP cartridge. Met een uitgekookte marketing ten slotte wordt de eindgebruiker aangeraden om geen risico te lopen en enkel voor de beste (lees: originele) kwaliteit te kiezen.
Spotgoedkope printers
De voorbije jaren zijn er echter geleidelijk aan barsten in dit bolwerk ontstaan. Vooral de introductie van bijvoorbeeld Canon printers onder de 50 euro hebben de eindgebruikers aan het denken gezet. Consumables voor deze machines kosten vaak meer dan de oorspronkelijke printer zelf. Dit heeft ook de aandacht getrokken van talloze consumentenorganisaties. Meer en meer gebruikers zijn dan ook op zoek gegaan naar manieren om de printkosten te drukken. In het begin waren deze beperkt tot amateuristische manieren van hervullen, maar door de geleidelijk stijgende vraag gingen de aanbieders van alternatieve supplies al snel investeren in manieren om de kwaliteit van hun oplossing te verbeteren: van het eenvoudige drill ’n fill ging het naar een complete demontage en schoonmaak van de cartridge, waarbij versleten onderdelen werden vervangen en door zorgvuldige herassemblage als het ware een nieuw product opgeleverd werd.
Opkomst huismerk inkt
Een laatste ontwikkeling is de opkomst van alternatieve producten die de gedeponeerde patenten van de originele fabrikanten omzeilen en dus wettelijk gezien geen inbreuk plegen op hun intellectuele eigendommen. Het opzetten en onderhouden van R&D-afdelingen die deze ontwikkeling kunnen waarborgen vereist aanzienlijke financiële middelen, iets wat enkel door sterke industriële producenten kan worden gerealiseerd. Zie ook: Hoe goed is de kwaliteit van klooncartridges?
Al bij al kan men stellen dat het succes van de niet-originele printerconsumables te voorspellen was. De situatie door de printerfabrikanten gecreëerd, was op termijn onhoudbaar, net zoals alle monopolies. De financiële crisis heeft het proces aanzienlijk versneld en heeft wellicht ook de markt op een onomkeerbare manier veranderd.